Never alone

Ik moest en zou op de perfecte kampeerplaats staan die avond. Mijn tentje op de zoutvlakte, dat was het plan. Door een onverwachte ontmoeting met Dr. Mike on a bike en zijn gezel Charlie had ik om 17u nog wel een hele weg af te leggen, maar volgens mijn optimistische tijdsberekeningen (dat heb ik na enkele maanden onderweg nog niet afgeleerd) zou ik er ongeveer net na zonsondergang moeten aankomen. De enige grote onbekende in het hele verhaal waren de 5 kilometers in stijgende lijn met tegenwind. IJskoude noordoostenwind van ikweetnihoeveel Beaufort, die al de hele dag in mijn zij stond te blazen en waarvan we net nog zeiden wat een hel het zou zijn om die tegen te hebben. Het landschap was te mooi om het een hel te noemen, maar deze 5km halen toch makkelijk het podium in de categorie ‘mentaal zwaarste kilometers ooit gereden’. Minstens drie kwartier deed ik er over, maar het leken wel uren. De zon was nog van de partij maar begon al serieus in kracht af te nemen. Al snel daarna kwamen de zoutvlakte en het laatste dorp dat ik moest passeren in zicht. Toch nog even snel een fotootje.

Plots begint mijn achterwiel wat te zwiepen en ga ik minder en minder vlot vooruit. Een lekke band. Alle berekeningen de vuilbak in. Misschien houdt hij nog genoeg lucht tot mijn bestemming? Toch niet. Ik voel de eerste keer de velg wanneer ik net in het dorp aankom en beslis om te stoppen en wat bij te pompen. Band vervangen doen we dan morgen wel. Maar in mijn haast maak ik op één of andere manier het ventiel kapot… Het wordt ondertussen al donker en kouder wanneer ik de zakken van mijn fiets haal en hem omkeer. Plots een teken van leven in het dorp. Een auto stopt en na wat gebrabbel in het Turks klinken de woorden “Sprechen sie Deutsch?” uit de mond van Mustafa (Musti voor de vrienden). Het duurt nog geen twee minuten of ik krijg naast hulp bij het vervangen van mijn band een slaapplaats in een gemeenschapsruimte van het dorp en eten aangeboden. Het duurt nog geen vijf minuten of de vrienden van Musti komen een kijkje nemen en schieten in actie om mijn slaapplaats te gaan opruimen. Band vervangen, ondertussen al donker en temperatuur rond het vriespunt, wordt me zelfs een lift aangeboden voor de volle 700m die ik nog moet afleggen. De zakken gaan even de auto in en ik fiets tot aan het reeds voorverwarmde lokaal. Mustafa en Ahmed verdwijnen even terwijl ik me omkleed en installeer en verschijnen daarna met een hele bende jonge gasten om een babbeltje te doen. Of toch om vragen te stellen die Mustafa dan kan vertalen. De ene heeft 10 koeien, de andere 200 schapen, nog een andere heeft een tractor. Diegenen die nog in het dorp zijn achtergebleven (velen zijn naar Duitsland en Oostenrijk uitgeweken) zijn allemaal boeren. Nu begrijp ik waarom ze zo op de hoogte waren van de weersvoorspellingen. Er wordt nog wat hout gesprokkeld en in de kachel gestoken om de ruimte op een heel aangename temperatuur te krijgen. Verder op de avond valt er nog één van de mannen binnen met een zak met 2,5 liter cola en koekjes voor een hele week. En hoewel ik gezegd had dat ik alles bij had om te eten volgt er nog een lading groenten (standaard komkommer en tomaat hier), fruit, brood, worst, kaas en zelfs een blikje tonijn. Om terug op krachten te komen. Die slaapplaats aan de zoutvlakte of zoutmeer is al lang vergeten wanneer ik warm bij de kachel zit. Die platte band kwam misschien toch niet op een slecht moment vandaag.

Mijn ervaringen van mijn eerste weken in Turkije worden eigenlijk heel goed samengevat in deze ene avond. In Turkije sta je er nooit alleen voor. Never alone. Ondanks het zeer desolate landschap, het grote niets, voel je je hier nooit alleen, hoewel je dat op sommige kleinere wegen vaak wel tijdelijk bent. De herders aan de kant van de weg groeten met een glimlach en een zwaai en zo nu en dan word je begroet met getoeter van een passerende auto of vrachtwagen. Hoewel ik ze er soms van verdenk dat ze gewoon een goeie reden zoeken om nog eens te kunnen toeteren. Ik werd door wildvreemden uitgenodigd om met hen een theetje te komen drinken, wat al snel escaleerde tot een partijtje ‘kicker’. Het gezegde “Voor wat, hoort wat” heeft volgens mij geen vertaling in het Turks. Spontane hulp is hier de normaalste zaak van de wereld. De lerares Engels moest dit zelfs expliciet uitleggen aan haar leerlingen dat wanneer ze in Europa hulp nodig hebben, dat die zich niet vanzelf zal aanbieden.

Deze lerares Engels ontmoette ik in een school in Bilecik. Dankzij Hakan beleefde ik mijn eerste ervaring als ‘meester’ Ignace. Als ‘special guest’ mocht ik in verschillende klassen tijdens de Engelse les wat gaan vertellen over mijn reis en vragen van de leerlingen beantwoorden. Wat een ervaring! Bij de oudere leerlingen waren dit vrij logische vragen maar bij de jongste leerlingen (11-12 jaar) kreeg ik moeilijke vragen voorgeschoteld zoals ‘What is your favourite colour?’ en ‘What is your favourite bird?’ maar na eerlijk ‘Turkey’ te antwoorden op de vraag ‘What is your favourite country?’ kreeg ik een spontaan applaus. Als het van hen zou afhangen zou ik er nu nog vragen aan het beantwoorden zijn. Na mijn bezoek aan Bilecik was ik plots ook verschillende volgers op Instagram rijker. Het Engels van de meeste Turken is niet echt bijster goed, wat mij deed veronderstellen dat deze taal amper aan bod komt op school. Niets blijkt minder waar. Na mijn gesprek over het schoolsysteem en de kennis van het Engels met mijn host Betül, een lerares Engels, en de leraressen en directeur van de scholen in Bilecik, blijkt het probleem zich op drie vlakken af te spelen. Ten eerste zien vele kinderen het nut er niet van in om Engels te leren, aangezien ze het in het leven nooit gebruiken. Hiervan stond ik eigenlijk vrij versteld, maar omdat velen van hen nooit een stap uit Turkije zullen zetten, snap ik hun logica ergens nog wel. Ten tweede de leerkrachten zelf. Hun kennis van het Engels verwatert met de jaren aangezien de meesten onder hen het zelf ook nooit écht gebruiken, maar vooral hun uitspraak staat vaak ver van wat het zou moeten zijn. Ten derde worden (zoals in vele landen) alle programma’s op televisie gedubd, en horen ze dus ook weinig mensen Engels spreken. Blijkt dat de regering het aantal uren Engels op school recent ook nog eens heeft teruggeschroefd, maar dat is weer een ander verhaal. Het leukste voorbeeld hiervan maakte ik mee in een Shell tankstation. De geïnteresseerde kassier vroeg me “How old are you?”. Een beetje verward met zijn allereerste vraag gaf ik hem een antwoord, waarop ik direct zag aan zijn lichaamstaal dat dat niet was wat hij wilde vragen. Met daarop “Where are you from?” kwam het correcte standaardzinnetje gelukkig weer naar boven.

Gelukkig hebben vele Turken één of andere band met Duitsland, Oostenrijk of ook België. De 87 jarige vader van Fatih, waarbij ik verbleef in Aksaray, heeft in lang vervlogen tijden tientallen jaren in Duitsland en Oostenrijk gewerkt en sprak nog enkele woorden Duits. Zo ook Musti. Hij leefde tien jaar in Graz en spreekt deze taal dan ook vlekkeloos. Wat ben ik blij met mijn opgekrikte kennis Duits na mijn verblijf in Lunz! Een geïnteresseerde passant stopte zijn auto en bleek een goede vriend in Eupen te hebben. Een auto met een Duitse of ook Nederlandse nummerplaat is hier geen uitzondering.

Mijn kennis van de Turkse taal daarentegen is na enkele weken nog steeds beperkt. Maar mijn woordenlijstjes op mijn stuurtas lokken heel wat interesse uit bij de mensen die ik ontmoet. Tellen tot vijf lukt ondertussen al en het moet ook niet altijd moelijk zijn: ‘Nieuwere’ woorden zoals ‘otobüs’, ‘bisiklet’, ‘müze’ en ‘şarküteri’ spreken voor zichzelf!

De platte band van die avond was de tweede op korte tijd na 7500 kilometer zonder. Het was wel te verwachten aangezien je je als fietser hier vaak op pechstroken bevindt. Even genieten van het landschap rondom en je krijgt al wel eens wat glas en andere rommel voor je wielen geschoven. Het is grappig en triest tegelijk dat Roemenië en Bulgarije een ‘wedstrijdje’ hadden wie de eerste snelweg zou aanleggen (‘gewonnen’ door Bulgarije, Roemenië heeft nog steeds geen snelweg), terwijl je in Turkije al moet zoeken naar wegen die niet op autostrades lijken. Zelfs de kleinste baantjes op de kaart zijn hier vaak nog breder dan de grote wegen in Roemenië! Als de wind goed staat zorgen deze kaarsrechte brede banen er voor dat je je ook als fietser vrij snel kan verplaatsen door Turkije, ondanks het reliëfrijke landschap.

Anderzijds kunnen deze wegen ook wel eens wat saaier zijn en dan spelen al gauw de gekste liedjes in je hoofd. Een greep uit het repertoire verscheen daar door een duidelijke reden: ‘Have you ever seen the rain’, ‘Like the deserts miss the rain’, ‘Another one bites the dust’; aangezien het (tot vandaag) al langer geleden was dat ik regen had gezien dan dat ik Laura nog had gezien. ‘Jan Zonder Vrees’ van Spring zat (gelukkig maar) één dag in mijn hoofd (bedankt VRT om hier een artikel over te posten…). ‘De Vriendschapsband’ dook ook ineens op door welgekende reden (merci Mattijs & co). ‘Total eclipse of the heart’, geen idee waarom… En dan de gekste van allemaal: Jimmy B met ‘Zo macho’. De eerste die hier voor mij een parodie ‘Zo Nacho’ van maakt krijgt van mij bij terugkomst een lekker Karmelietje!

Als het binnenrijden van Istanbul te vergelijken viel met een zondagochtend op de Brusselse ring, dan was het uitrijden van Istanbul een maandagmiddag waarbij de pechstroken soms verdwenen. Geen aanrader. De 15 miljoen mensen in Istanbul worden nog eens vergezeld door enkele miljoenen in de steden daar net buiten. Als je dit optelt met de bevolkingsaantallen van de andere steden begrijp je al snel dat de rest van het land tamelijk leeg is. Gelukkig werd ik die mooie dag (tot 25°C!; vrij abnormaal voor de tijd van het jaar) voor een groot deel vergezeld door Ömur, wiens zus we onderweg ook even kort ontmoetten bij een Turkse koffie. Ömur’s moeder lijdt aan ALS, en wanneer hij me vertelde “The worst thing is that I cannot remember her voice” moest ik toch even slikken.

Roken als een Turk was voor mij altijd een uitdrukking maar het is nu duidelijk dat dit niet gelogen is. Wanneer je hier zegt dat je een niet-roker bent word je al gauw vreemd bekeken (dit was in Roemenië ook het geval). Na het verlaten van een theehuis, waar ik wel eens toevlucht toe moest zoeken om op te warmen, stinken je kleren weer zoals ze zouden ruiken na een avondje uit in België 10 jaar geleden en heb je het eerste uur het gevoel dat de tabaksrook zich heeft vastgehecht aan je neusharen.

Deze theehuizen zijn trouwens een echte mannenaangelegenheid. Vrouwen zijn hier doorgaans niet welkom, maar de twee vrouwelijke leerkrachten in Bilecik hadden er toch hun plaatsje opgeëist en ondertussen werd het daar wel aanvaard. Maar wandel, fiets of rijd eens door een Turks stadje of dorp en je zal overal thee drinkende (en uiteraard rokende) mannen zien aan de kant van de weg.

Ondertussen ben ik al bijna een pro in het op en aflopen van trappen met mijn fiets. Ik had weer het geluk leuke mensen te ontmoeten via Warmshowers. Helaas lijkt wonen op de bovenste verdieping bijna een vereiste voor het aanmaken van een profiel. Ik ontmoette Betül in Kocaeli, Meltem & Fatih in Eskişehir, Hakan in Bilecik en Arif in Avanos. De ontmoeting met Hakan was extra onvergetelijk door het bezoek aan de scholen maar helaas ook door een trieste gebeurtenis. Zijn oom was zonet omgekomen met de fiets in het verkeer in Istanbul… Dit deed me de volgende dag toch wel met een vreemd en ongemakkelijk gevoel op de fiets stappen in het Turkse verkeer. Goed om te zien dat er in Turkije wel veel organisaties en mensen zoals Hakan zijn die het gebrek aan veiligheid van fietsers aankaarten.

De enkele kilometers die ik samen fietste met Mike & Charlie waren op zijn minst opmerkelijk te noemen. Wanneer een vrachtwagen met kippen ons passeerde viel er plots een kip op de weg. Het arme dier spartelde richting de pechstrook. Aangezien het geen kans had op overleven daar, besloot Charlie als een volleerde kippenslachter (hij had het blijkbaar nog nooit gedaan) de kip uit haar lijden te verlossen. Verdere details zal ik besparen, maar de vreselijke taak werd vrij snel volbracht. Gelukkig ontmoette ik hen twee dagen later nog voor een koffie, zodat mijn laatste herinnering aan Charlie iets minder luguber is.

Op mijn weg naar Cappadocia bezocht ik kort de Ilhara vallei. Hier werd ik vriendelijk, maar als een ‘toerist’ ontvangen. Een heel vreemd gevoel en het deed me beseffen dat deze manier van reizen op de fiets echt wel iets unieks is.

Over Cappadocia ga ik niet te veel vertellen. De foto’s spreken voor zich. Ik kan mij niet voorstellen dat ik ooit nog met zo’n speciaal zicht zal wakker worden. En ik kan me al zeker niet voorstellen dat er ooit nog in de ochtend plots 20 Chinezen rond mijn tent zullen staan.

Turkije, het eerste land waar de stopborden niet meer ‘STOP’ maar wel ‘DUR’ aangeven. Waar de mannen op vrijdagavond geen pinten maar wel theetjes gaan drinken. Waar ze standaard een flesje van een soort ‘ontsmettingsalcohol’ aan de kassa hebben staan in elk restaurant. Waar ze niet kunnen geloven dat ik al 29 ben. Waar voornamen voor mij niet altijd duidelijk mannelijk of vrouwelijk zijn. Waar weer een TGV rijdt. Waar ze ook van Starbucks en McDonald’s lijken te houden. Waar de dienstplicht nog geen verleden tijd is. Waar het met de economie allesbehalve goed gaat. Waar de televisie gecensureerd wordt. Waar een kleine stad al gauw de proporties van Antwerpen aanneemt. Waar de wind vrij spel heeft in het open landschap. Waar sommige supermarkten zo duur zijn als in België. Waar standaard een metaaldetector staat bij de ingang van een shoppingcenter (en sommige tram/metrostations). Waar ze allemaal hun schoenen uitdoen aan de deur voordat ze binnen in huis gaan. Waar een 0 intypen voordat je naar Wikipedia surft een wereld van verschil maakt. Waar een groot deel van de bevolking op hoogte leeft. Waar veel mooie natuur terug te vinden is. Waar het in maart zowel zomer als winter kan zijn. Waar ik de volgende weken nog verschillende avonturen zal beleven.

Na Turkije volgt een kort bezoek aan Georgië, waar Robbe me zal vergezellen voor de tocht doorheen Armenië! Daarna het ‘gevaarlijke’ Iran in. Want volgens vele locals is Iran ‘dangerous’. Net als voor de Bulgaren Turkije gevaarlijk is en voor de Roemenen Bulgarije gevaarlijk is… Ik zal het zelf wel ontdekken.

20190326_120447182_iOS