King of the road

Kukelekuuuuuuu! Kukelekuuuuuu! Ik ben in Laos en in dit land lijken ze per inwoner ook minstens één haan te houden. Hoe relax het land ook is, elke morgen word je zonder pardon gewekt, waar je ook slaapt. De meeste hanen hebben ook last van een verstoorde inwendige klok. Een kraaiende haan in het midden van de donkere nacht is eerder regel dan uitzondering. De negatieve commentaren op ‘Booking.com’ gaan dan ook voornamelijk over lawaaierige hanen in de buurt van het hotel.

Thailand, Laos en Vietnam worden vaak in één adem genoemd wanneer er gesproken wordt over een reis naar Zuidoost Azië. Ik doe hier natuurlijk net hetzelfde, maar de verschillen tussen deze landen zijn immens. De enige rode draad in dit deel van de wereld is, net zoals in de rest van Azië, de vriendelijkheid van de mensen. In termen van ontwikkeling steekt Thailand er torenhoog bovenuit. Wat in Laos geldt voor het aantal hanen, geldt in Thailand voor het aantal 7-Elevens. Ze zijn oooooveral. Deze geconditioneerde hemels te midden van de vochtige, hete realiteit vormden al snel het geraamte voor mijn route doorheen het land. In mijn korte verblijf in Thailand is de aandeelwaarde van 7-Eleven meer dan waarschijnlijk gestegen gezien het aantal verorberde ‘croque monsieurs’ (nam nam!) en de liters aangekochte koud water en frisdrank. Wat een verschil met Myanmar, waar een warme cola de dagelijkse realiteit was en airconditioning op de meeste plaatsen als sciencefiction kon beschouwd worden.

Het was een kort verblijf in Thailand. Amper 10 dagen was ik er, waarvan ik 6 dagen rond cruisede op asfaltbanen waarop Schumacher zich in betere tijden zich nog had kunnen uitleven in zijn Formule 1 wagen en vaak zo breed dat er verschillende monstertrucks elkaar kunnen passeren. Gelukkig was het maar een kort bezoek. Door de hoge graad van ontwikkeling en de extreme aandacht voor de noden van de (vele) toeristen in de toeristische hotspots, voelde het heel bizar om hier te zijn en ervaarde ik als het ware een ‘cultuurshock’ maar dan op een vreemde manier. Na maanden van reizen door landen waar het heel ‘anders’ is, belandde ik plots in een soort ‘westers’ land. Mensen leven in Thailand niet meer op straat en glimlachen en groeten niet meer wanneer ik voorbij kom gereden. Heel blij was ik wel in Thailand met onverwacht leuk gezelschap! Mijn vroegere studiegenoten en nog steeds vrienden Leen, Jelena en Renske bezorgden me even een echt vakantiegevoel en deden me ook opnieuw beseffen dat het bijna tijd was om terug te keren.

De afgelegde hoogtemeters stonden omgekeerd evenredig t.o.v. het aantal verblijfsdagen in Laos. In 5 dagen legde ik met de tractor 6500 hoogtemeters af in dit groene dunbevolkte land. Het is onwaarschijnlijk dat een rivier opnieuw lijkt te bepalen of je opgroeit in een houten hutje of in een appartement met een 7-Eleven om de hoek. Dieren lopen weer los, blote poepen van kinderen op straat is weer normaal,  mannen rollen hun T-shirt weer op zonder na te denken en tonen zo hun ronde bruine buik aan iedereen die hier geen boodschap aan heeft, maar vooral glimlachende, zwaaiende mensen staan langs de kant van de weg, met als exponent de kinderen. Het werd al snel duidelijk dat “Sabai di!” hetzelfde betekende als “Hallo!” en wanneer ik door een dorp fietste leek het keer op keer op de blijde intrede van de koning of de Sint. Weinig verkeer op de baan en mooie groene heuvels, hier en daar wel uitgehakt door een Chinese aannemer. Kamperen was opnieuw bijna een ‘mission impossible’ vanwege het klimaat, maar bovendien in Laos ook gevaarlijk, gezien de miljoenen onontplofte bommen. Een cadeautje van de Amerikanen tijdens de Vietnamoorlog. Iedereen in dit land lijkt gelukkig en extreem ‘chill’. Misschien is Laos zelfs wel té rustig en relax.

Na anderhalf uur wachten tot de lunchpauze van de Laotiaanse grenswachters afgelopen was, mocht ik, na een verplichte betaling van wat smeergeld aan de Vietnamese douanier, mijn laatste landsgrens met de fiets oversteken. Er vielen meteen enkele zaken op in Vietnam. Eén: Het is hier mooi, nog mooier dan in Laos. De bergen/heuvels hebben onmiddellijk de vreemde karstvormen die je terugvindt in de toeristische brochures over Vietnam. Twee: Het is relatief druk, veel drukker dan in Laos. Overal is menselijke activiteit en dus ook meer verkeer. De heerser – koning – van de weg is de gemotoriseerde vierwieler. Het toeteren neemt weer dimensies aan waarvan je horendol wordt en de claxon verliest, net zoals in India, weer al zijn waarde. Gelukkig verkiezen de meeste Vietnamezen een klein brommertje en wordt hierdoor de kans om vermoord te worden door één van die egoïstische, met niemand rekening houdende, snel rijdende, toeterende kl**tzakken gereduceerd tot een acceptabel risico. De geoefende lezer merkt de frustratie in mijn schrijven.

Wanneer ze niet in een auto, bus of vrachtwagen zitten zijn de Vietnamezen werkelijk topmensen. Vriendelijk, behulpzaam, geïnteresseerd, vooral niet verlegen, lachend en groetend. “Hello, hello!” werd me keer op keer toegeroepen, vaak door jongeren vergezeld van een handgebaar (waarvan voor mij de betekenis nog steeds niet duidelijk is). Telkens toverde dit een glimlach op mijn gezicht en in sommige gevallen deed het me zelfs in lachen uitbarsten. Wanneer het welgekende Dopler effect zich in de praktijk goed laat horen bij een groep Vietnamese jongeren op brommertjes die je één voor één kruisen, dan kan ik je verzekeren dat zelfs de meest zure mens even moet lachen. Als je ze dan nog passeert, ingepakt als een Eskimo omdat bovenop de bergpas de temperatuur toch wel onder de arctische grens van 15°C duikt, dan kan je dag al niet meer stuk.

Wanneer je maanden op de weg bent en landen als India bent doorkruist, denk je dat niets je nog kan verbazen. Niets bleek minder waar in Vietnam. Er werd mij gevraagd of ik ‘miauw miauw’ wilde eten en ik wist niet wat ik zag wanneer ik naast de weg een man opmerkte met een dode rat, bengelend aan een stokje. Vietnam bleek ook het eerste en enige land van de hele trip waar ik als voetganger op straat af en toe spontaan werd begroet. Ik schrok me een hoedje toen dit de eerste keer gebeurde.

Blijkbaar gebeurt dit zelfs nog vaak in grote steden zoals Haiphong. Nooit had ik bij mijn vertrek verwacht dat ik bijna op het einde van mijn fietstocht in Vietnam zou ontvangen worden door een vriend. Ik heb gezien dat Jeroen het daar goed maakt en jammer genoeg kon ik niet langer blijven, want Japan, mijn verjaardag en Laura kwamen eraan!

Zit je met vragen over bovenstaande landen, een vraag over een andere blog of over mijn avontuur in het algemeen? Dan kan je steeds bij mij terecht! Want voor diegenen die het nog niet moesten weten: Ik ben al een maandje terug thuis. Maar wees niet getreurd, wanneer de tijd rijp is volgt er nog een laatste afsluitende blog!

Nacho in Hanoi!

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.